Het 6- syndroom

0
18
blog placeholder

Bijna dagelijks leer ik wel iets nieuws in het begrip van zelfontwikkeling en zo ook iets over mezelf.  En soms denk je dat je het begrijpt, maar dan komt er ineens iets of iemand die je er op een nóg andere kijk op geeft.
Dit maakte ik van de week mee, toen ik in het boek ‘Ja-maar wat als alles lukt’ van Berthold Gunster een stukje over zelfontwikkeling las.

Want wat is zelfontwikkeling eigenlijk? Veel mensen, waaronder ik zelf, zien het als ‘aan jezelf werken’ In zekere zin is dat ook wel zo. Maar wat wij doen is onze zwakke punten proberen te verbeteren. Eigenschappen die we niet fijn aan ons zelf vinden, proberen we aan te pakken.

Nu begrijp ik dat je dat helemaal geen ‘ontwikkeling’ kunt noemen, maar enkel het beperken van de schade. Maar waarom zijn wij mensen dan zo geneigd om de mindere dingen aan te pakken?

Om te beginnen, komt dat door ons brein. Wij zijn erg goed geprogrammeerd om fouten en afwijkingen te herkennen, dat is het eerste wat we zien. Iets wat niet klopt. Zo is het gewoon.

Willen we zien wat er echt is, moeten we onszelf de tijd geven de dingen goed waar te nemen.

Een andere reden is het 6- syndroom. Het begint al op school. Kinderen die op school achten en negens haalt, doen het al goed. Ze hebben geen extra aandacht nodig, geen bij lessen of wat dan ook. Daar en tegen krijgen de kinderen die het minder doen, de onvoldoendes wel die aandacht. Van een 5,5 moet minstens een -6 gemaakt worden, anders ga je niet over.

Wat dus betekend dat er niet aandacht wordt geschonken aan kwaliteiten en talenten, maar aan middelmatigheid.
En overal zien we dat terug. Zo ook op het werk. Hoe vaak zie je niet dat werkgevers hun werknemers links en rechts op cursus sturen?  Hier en daar nog een beetje bijschaven.

Oke, maar wat is het dan wel? Eigenlijk heel simpel. Ontwikkeling is iets waar je al goed in bent, nog beter in worden. Je eigen talenten en potenties gebruiken, daar ben je al goed in, en kan je alleen maar beter worden. Het is iets positiefs.

Begrijp me niet verkeerd, aan jezelf werken is een goed iets. Als je je ergert aan je eigen onhebbelijkheden, en je kan er wat aan doen (zonder dat je van jezelf af gaat staan) moet je dat zeker doen. Maar het probleem is dat we hier zo erg de focus opleggen dat we onze goede dingen uit het oog dreigen te verliezen.

Daar bij heb ik ook geleerd dat die ‘mindere’ eigenschappen helemaal niet zo verkeerd hoeven te zijn. Die eigenschappen heb je namelijk niet voor niks, ze horen bij jou, en ook al denk je dat het een slechte eigenschap is, er zit altijd wel iets goeds aan. Bepaalde kwaliteiten, vaardigheden of talenten.

Een voorbeeld. Het zit in mij om introvert te zijn. Wanneer ik ergens voor het eerst kom wil ik eerst de kat uit de boom te kijken. Soms zit die kat in een erg hoge boom, en kan het even duren voor ik op mijn gemak ben. Het kan dan zijn dat mensen me stil of verlegen vinden. Ik heb me dit altijd erg aangetrokken. Ik wilde helemaal niet introvert zijn. Ik wilde niet dat mensen mij zo zouden omschrijven. Ik zag dit als iets slechts.

Maar is dat wel zo? Is het niet een hele fijne eigenschap? Ja zeker, weet ik nu. Introverte mensen zijn namelijk hele goede luisteraars, ook kunnen ze goed observeren, omdat ze niet constant aan het woord zijn.
Heb je het gevoel dom te zijn? Dom zijn is de basis van wijsheid. Zij die niet weten staan volledig open voor (nieuwe) antwoorden, Dom zijn opent deuren naar nieuwe inzichten. *

Zalig zijn de onwetende

Ik zou zeggen doe er je voordeel mee. Je weet al wat je niet goed vind aan jezelf. Ik daag je uit om de positieve dingen uit die eigenschappen te vinden. Geef jezelf de tijd, ze zijn te vinden. Altijd!

* Ja-maar wat als het wel lukt – Berthold Gunster pagina 151

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here